Langlaufpas bij aquarunning

Bij de langlaufpas bij aquarunning moeten je voeten net zoveel uit elkaar als in een langlaufloipe.
Bij de langlaufpas bij aquarunning moeten je voeten net zoveel uit elkaar als in een langlaufloipe.

Langlaufen in het zwembad

In aquarunningtrainingen oefen je ook met de langlaufpas. Best raar. Want je komt om te lopen en toch is de opdracht in een training om ‘even’ 100 m door het water te langlaufen in de klassieke stijl. Wat is nu eigenlijk het belang van die langlaufpas bij aquarunning en dus voor het hardlopen?

Langlaufpas is coördinatieoefening

De langlaufpas in het water is een langzame coördinatieoefening die vrij veel stuwing geeft en waarbij je gemakkelijk in de lage inspanningszones beweegt. Hierdoor gaat je hoofd niet gelijk in de overlevingsstand en heb je de tijd om na te denken over waar je ledematen zich bevinden. Bij de langlaufpas beweeg je net als bij het hardlopen kruislings, dus rechterarm voor en linkerbeen voor. De beweging naar achteren moet met meer kracht dan die naar voren. Ook is het de bedoeling dat je voeten ongeveer net zoveel uit elkaar zijn als in een langlaufloipe. Dat zijn best veel dingen om op te letten als je het 100 m moet volhouden en dat gaat nu eenmaal beter, als je niet teveel buiten adem raakt.

In zwembad meer stuwing

Bij de langlaufpas houd je je ledematen zoveel mogelijk gestrekt. Hierdoor verloopt de beweging trager, maar heb je ook meer stuwing dan met de meer gebogen ledematen van running en jogging. Een deel van de aquarunners gaat daarom in het begin harder met de langlaufpas dan met running en jogging. De gestrekte ledematen zorgen er weer voor dat je onbewust je core meer moet aanspannen. Als je al die punten bij elkaar optelt, kun je echt wel spreken van een win-winsituatie voor de langlaufpas.